Dapper beginnen we aan de klus. Het is er prachtig. Op veel plaatsen staan
kleine huisjes. Afgewisseld met een echte villa. Hier en daar liggen bootjes
op het strand getrokken. Veel huisjes lijken al lange tijd niet gebruikt te
zijn. Wellicht zijn ze alleen in het zomerseizoen bewoond. Hier en daar is
er een stukje verharde weg. We besluiten om weer naar de hoofdweg te lopen
en daar de bus terug te nemen. We vinden echter nergens een weg die daar
naar toe leidt. We komen ook niemand tegen om iets te vragen en uiteindelijk
nemen we maar een pad in de hoop goed te gaan. Als we een huisje zien staan
met een auto voor de deur denken we gered te zijn en te horen hoe we verder
moeten.
Ik loop voorop ongeveer honderd meter voor de rest. Als ik het huis nadert
komen er plotseling twee langharige teckels grommend en blaffend aangerend.
Voor ik het weet bijt er één naar me en daarna nog eens. Het blijken teckels
te zijn met een pitbull opleiding want voor ik het weet bijt hij weer en
hangt er een aan mijn been, laat daarna even los waarbij ik hem een flinke
schop kan geven. Hij vindt dat waarschijnlijk minder leuk en ze verdwijnen
blaffend in een schuur.
Ik zie dat ik een gat in mijn broek heb maar dat er niets met mijn been is.
In de tussentijd zijn de anderen ook aangekomen en is ook de eigenaar van de
hondjes verschenen. Hij kijkt even naar mijn broek en maakt daarna een
opmerking in de trant van "je been bloed gelukkig niet".
Erg blij wordt ik niet van die opmerking maar omdat de conversatie erg
moeizaam gaat laat ik het gat in mijn broek maar voor wat het is en proberen
we van de man te horen te krijgen hoe we in Visby moeten komen. Hij vertelt
ons met handen en voeten dat we via zijn erf weer bij een kustpad komen. Als
we dat volgen komen we van zelf in Visby terecht. We beginnen daarna weer
langs de kustlijn te lopen. Hier en daar weer via een klein paadje maar ook
hele stukken over het strand wat vol ligt met keien in allerlei maten en
waar geen keien zijn liggen er boomwortels bloot wat ook al niet comfortabel
loopt.
Uiteindelijk komen we bij een aantal huisjes aan het strand terecht. Er
loopt een verharde weg naar toe waarover ook auto's rijden. We denken dat
als we de verharde weg nemen we wel snel in Visby zullen zijn. Met flinke
pas gaan we richting huis. Er staan nu overal huizen langs de kant van de
weg en er is ook autoverkeer. We denken dat we snel de contouren van de stad
te zullen zien. Die hoop wordt al snel de bodem ingeslagen als we een meisje
op de fiets tegen komen. In het Engels verteld ze ons dat Visby nog heel ver
weg is. Als we daarna een vrouw tegenkomen die ons verteld dat we nog zeker
7 km. moeten lopen voor we in Visby zijn worden we daar niet blij van. Maar
blijven wachten op een wonder help ook niet dus we gaan maar weer op pad.
Met de opmerking dat we altijd nog een taxi kunnen nemen houden we de moed
erin.
Na weer een half uurtje gelopen te hebben komen we een prachtig vakwerkhuis
tegen waarvoor enkele auto's staan waaronder een taxi. Nu we een taxi zien
staan komt het verlangen om heerlijk vervoerd te worden toch wel heel sterk
naar boven. Anneke vindt dat we maar aan moeten kloppen bij het huis en
vragen of de taxi eigenaar daar is en ons terug wil rijden. Samen met
Marleen gaat ze daarna het erf op. Op hetzelfde moment komt er een auto
aanrijden en stop bij het huis. Hij schijnt er te wonen en deelt mee dat het
huis privé terrein is. We vertellen daarop ons verhaal. De man deelt ons mee
dat de chauffeur van de taxi vrij is maar hij zal bellen voor een taxi. Na
enkele minuten komt hij ons vertellen dat er een taxi onderweg is.
Al snel komt er inderdaad snel een taxi. Na ingestapt te zijn rijden we
comfortabel richting Visby en de boot. Het blijkt dat we nog vele kilometers
hadden moeten lopen en zijn blij dat we ons doorzettingsvermogen maar even
hebben ingewisseld voor de luxe van een taxi. We zijn blij als we aan boord
stappen. Het dagje grotbezoek liep anders dan we gedacht hadden maar
uiteindelijk wel goed af.
Na de maaltijd gaan we vroeg naar bed. Heerlijk inslapen wordt het echter
niet want de voorspelling dat het stormachtig zou gaan waaien komt uit. De
wind blaast door het tuig en we liggen behoorlijk te schommelen door de
golven die de haven inrollen. Omdat we aan de achterzijde aan een boeitje
vastliggen bewegen de boten flink naar elkaar toe. We hangen nog enkele
stootwillen op en trekken de meerlijnen nog wat aan en plaatsen er voor een
bij. Zo gaan we wiegend de nacht in. Ik slaap slecht ondanks mijn toch wel
vermoeide ledematen.
Dapper beginnen we aan de klus. Het is er prachtig. Op veel plaatsen staan
kleine huisjes. Afgewisseld met een echte villa. Hier en daar liggen bootjes
op het strand getrokken. Veel huisjes lijken al lange tijd niet gebruikt te
zijn. Wellicht zijn ze alleen in het zomerseizoen bewoond. Hier en daar is
er een stukje verharde weg. We besluiten om weer naar de hoofdweg te lopen
en daar de bus terug te nemen. We vinden echter nergens een weg die daar
naar toe leidt. We komen ook niemand tegen om iets te vragen en uiteindelijk
nemen we maar een pad in de hoop goed te gaan. Als we een huisje zien staan
met een auto voor de deur denken we gered te zijn en te horen hoe we verder
moeten.
Ik loop voorop ongeveer honderd meter voor de rest. Als ik het huis nadert
komen er plotseling twee langharige teckels grommend en blaffend aangerend.
Voor ik het weet bijt er één naar me en daarna nog eens. Het blijken teckels
te zijn met een pitbull opleiding want voor ik het weet bijt hij weer en
hangt er een aan mijn been, laat daarna even los waarbij ik hem een flinke
schop kan geven. Hij vindt dat waarschijnlijk minder leuk en ze verdwijnen
blaffend in een schuur.
Ik zie dat ik een gat in mijn broek heb maar dat er niets met mijn been is.
In de tussentijd zijn de anderen ook aangekomen en is ook de eigenaar van de
hondjes verschenen. Hij kijkt even naar mijn broek en maakt daarna een
opmerking in de trant van "je been bloed gelukkig niet".
Erg blij wordt ik niet van die opmerking maar omdat de conversatie erg
moeizaam gaat laat ik het gat in mijn broek maar voor wat het is en proberen
we van de man te horen te krijgen hoe we in Visby moeten komen. Hij vertelt
ons met handen en voeten dat we via zijn erf weer bij een kustpad komen. Als
we dat volgen komen we van zelf in Visby terecht. We beginnen daarna weer
langs de kustlijn te lopen. Hier en daar weer via een klein paadje maar ook
hele stukken over het strand wat vol ligt met keien in allerlei maten en
waar geen keien zijn liggen er boomwortels bloot wat ook al niet comfortabel
loopt.
Uiteindelijk komen we bij een aantal huisjes aan het strand terecht. Er
loopt een verharde weg naar toe waarover ook auto's rijden. We denken dat
als we de verharde weg nemen we wel snel in Visby zullen zijn. Met flinke
pas gaan we richting huis. Er staan nu overal huizen langs de kant van de
weg en er is ook autoverkeer. We denken dat we snel de contouren van de stad
te zullen zien. Die hoop wordt al snel de bodem ingeslagen als we een meisje
op de fiets tegen komen. In het Engels verteld ze ons dat Visby nog heel ver
weg is. Als we daarna een vrouw tegenkomen die ons verteld dat we nog zeker
7 km. moeten lopen voor we in Visby zijn worden we daar niet blij van. Maar
blijven wachten op een wonder help ook niet dus we gaan maar weer op pad.
Met de opmerking dat we altijd nog een taxi kunnen nemen houden we de moed
erin.
Na weer een half uurtje gelopen te hebben komen we een prachtig vakwerkhuis
tegen waarvoor enkele auto's staan waaronder een taxi. Nu we een taxi zien
staan komt het verlangen om heerlijk vervoerd te worden toch wel heel sterk
naar boven. Anneke vindt dat we maar aan moeten kloppen bij het huis en
vragen of de taxi eigenaar daar is en ons terug wil rijden. Samen met
Marleen gaat ze daarna het erf op. Op hetzelfde moment komt er een auto
aanrijden en stop bij het huis. Hij schijnt er te wonen en deelt mee dat het
huis privé terrein is. We vertellen daarop ons verhaal. De man deelt ons mee
dat de chauffeur van de taxi vrij is maar hij zal bellen voor een taxi. Na
enkele minuten komt hij ons vertellen dat er een taxi onderweg is.
Al snel komt er inderdaad snel een taxi. Na ingestapt te zijn rijden we
comfortabel richting Visby en de boot. Het blijkt dat we nog vele kilometers
hadden moeten lopen en zijn blij dat we ons doorzettingsvermogen maar even
hebben ingewisseld voor de luxe van een taxi. We zijn blij als we aan boord
stappen. Het dagje grotbezoek liep anders dan we gedacht hadden maar
uiteindelijk wel goed af.
Na de maaltijd gaan we vroeg naar bed. Heerlijk inslapen wordt het echter
niet want de voorspelling dat het stormachtig zou gaan waaien komt uit. De
wind blaast door het tuig en we liggen behoorlijk te schommelen door de
golven die de haven inrollen. Omdat we aan de achterzijde aan een boeitje
vastliggen bewegen de boten flink naar elkaar toe. We hangen nog enkele
stootwillen op en trekken de meerlijnen nog wat aan en plaatsen er voor een
bij. Zo gaan we wiegend de nacht in. Ik slaap slecht ondanks mijn toch wel
vermoeide ledematen.
Reacties: 0
Schrijf een reactie - Laat weten wat je hier van vindt!